3 september 2010

Lopend door de schemerige,lange gang, met de metalen skeletten van kostschoolbedden links en rechts tegen de muren gestapeld, fladderde er plotseling iets van achter mij over mijn hoofd. Een nachtvlinder dacht ik. Ik kon de afstand en dus de grootte moeilijk schatten. Nu kwam het van voren. Een vleermuis! Rakelings over mijn hoofd scheerde hij naar de lichte vlek van de nooduitgang aan het einde van de lange gang. De schemering slokte hem op, tot hij, zwoesh, weer opgekeerd, opnieuw over mijn hoofd schoot. Een vleermuis! Ik rende terug naar onze kamer, haalde man, een vleermuis! In de gang! Man dook verschrikt ineen: hij deelde duidelijk niet mijn opgetogenheid...