22 december 2010

Gen. 26:22
Toen brak hij vandaar op en groef een andere put en daarover kregen zij geen onenigheid. Daarom gaf hij hem de naam Rehoboth, want, zei hij, nu heeft de Heere ruimte voor ons gemaakt en zullen wij vruchtbaar zijn in dit land.


Haruki Murakami, de Opwindvogelkronieken: hoofdstuk 13 pg.219
Roerloos bleef ik zitten op de bodem van het gat. Het was het enige dat ik kon doen. Ik kon zelfs niet denken, zo diep waren de eenzaamheid en de wanhoop waarin ik verkeerde.
...
Maar onbewust wachtte ik op die ene straal licht, op het verblindende zonlicht dat éénmaal per dag voor een kort moment recht tot op de bodem van de put scheen.
...
Omgeven door het licht barstte ik in tranen uit. Het was alsof al het vocht in mijn lichaam in tranen veranderde en door mijn ogen naar buiten kwam, alsof mijn lichaam zelf in vocht veranderde en wegsmolt. Als het gebeurde in de gelukzaligheid van dit schitterende licht, was ik desnoods bereid te sterven - nee, wílde ik sterven. Ik ervoer een prachtig gevoel van eenheid, ik was één geworden met alles om me heen...



 
 
 
 
 
 
 

...